Over de NCF

Geschiedenis

Het begon meer dan 125 jaar geleden met solidariteit, gelijkheid en rechtvaardigheid
Het is 24 november 1889, meer dan 125 jaar geleden, wanneer de NCF wordt opgericht. Toen heette het nog de Bond van Klerken. Onder het mom van ‘het vereenigt U’ werd de bond opgericht. Het gemiddelde loon rond 1889 bedroeg een schamele 450-500 gulden. Een ongetrouwde klerk kon daarvan nog wel leven, maar de mensen met een gezin voerden soms een zeer moeilijke bestaansstrijd. Ook in de avond en nacht werd er doorgewerkt. Bij ontslag hadden ze geen poot om op te staan. De klerken waren in particuliere dienst en overgeleverd aan de grillen van hun superieur.
Op 3 november 1887 kregen de klerken het bijzonder zwaar. De gehele boekhouderpost werd opgeheven. Bij het ontvangstkantoor van het Rijk voor directe belastingen, invoerrechten en accijnzen werd geen nieuw personeel aangenomen. De hoop om te promoveren uit het schamele bestaan van de klerk was daarmee de grond in geboord. Dit was voor de heer Sluimer genoeg reden om de Bond van Klerken op te richten. Sluimer was zelf een klerk op het kantoor in Amersfoort en adjunct-commies aan het departement van Financiën. Tijdens een vergadering op 24 november 1889 werd de Bond definitief opgericht.

Geld, loon, gage, bezoldiging
In 1913 kon je als 23-jarige rijksklerk worden mits je vier jaar gewerkt had als particuliere klerk. In 1916 verdiende een 18-jarige klerk die zo’n twee jaar in dienst was 350 gulden per jaar. Een adjunct-commies tussen de 600 en 1200 gulden en een commies met een diensttijd van 16 jaar 1.800 gulden. Dat is erg weinig om van rond te komen. Gelukkig was de vakbondscontributie maar een kwartje per maand, omgerekend 11 eurocent. Als je bij de bond een cursus wilde volgen voor schrijver of adjunct-commies moest je deze zelf betalen en in je eigen tijd volgen.
Het jubileum van 1914, toen de bond 25 jaar bestond, was een groot feest met strijdliederen op melodieën als ‘ferme jongens en stoere knapen’ die gezongen werden door de vrouwen en kinderen van de ambtenaren. Alles stond in die tijd in het teken van de strijd voor betere omstandigheden en het vuur brandde hoog. Ook in die tijd vond de oudere generatie dat jongeren lui waren en de boel niet serieus genoeg namen. De ‘vroeger-was-mijn-generatie-beter’-gedachte is niets nieuws.

De Eerste en Tweede Wereldoorlog
Toen brak de Eerste Wereldoorlog uit en niet veel later volgde de Tweede Wereldoorlog. Veel archiefmateriaal is verloren gegaan. Vermoedelijk door het bombardement op Rotterdam, maar het kan ook dat papier werd gebruikt om de boel warm te houden tijdens de barre tijden.
Ernstige financiële zorgen teisterden de Bond van Klerken nadat Europa zich in een oorlogstoestand had gestort. De contributie was gestegen naar een gulden per maand. Vrouwen werden in dienst genomen, omdat er een tekort was aan mannen. Zij vochten in de oorlog en stierven aan het front. Er werd erkend dat de vrouw nuttig zou kunnen zijn in de administratie en ze moest in staat worden gesteld om voor zichzelf te zorgen, aangezien haar man er niet was.

Jongeren anno 1947 en de immer uitgeputte schatkist
Ouderen zullen altijd ontevreden zijn over de jeugd en andersom, zo blijkt uit een verslag op een afdelingsvergadering uit 1947. Secretaris Warwik doet vol passie zijn best om de jeugd aan te sporen. '(…) Ik vraag mij dikwijls af, wat bezielt de jeugd? Ik zou de jongeren willen toeschreeuwen: let op uw zaak! De komende strijd zal hard zijn om te behouden wat er is bereikt in de moeizame strijd die achter ons ligt. Helemaal omdat de schatkist totaal is uitgeput.' Het blijft een verschijnsel dat ouderen vaak lijken te vinden dat zij het moeilijker en zwaarder hebben gehad. Jongeren van alle tijden vinden namelijk dat alles anders moet dan hoe de vorige generatie het deed. Dat geldt voor die tijd en voor onze huidige tijd. Ook schijnt de schatkist bij de ambtenaren altijd uitgeput te zijn.

Landverraders en verzet
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden alle vakbonden opgeheven door de nazi’s. Verschillende belastingambtenaren maakten van de situatie gebruik om eindelijk hervormingen door te voeren. Een tactische zet van Duitsland om het personeel voor zich te winnen. Maar er was ook verzet. Zo werd vijf miljoen gulden aan belastinggelden illegaal achtergehouden voor hulp aan onderduikers. Diverse belastingambtenaren hebben deze heldendaad met hun leven moeten bekopen.

De bond als buitenbeentje
Vervolgens komen we in de tijd van de verzuiling. De bond werd bedreigd door andere bonden die vonden dat een vakorganisatie niet zonder politiek kan. De toenmalige NCF verloor een hoop leden, maar bleef bij haar standpunt dat ze dient te strijden voor betere werkomstandigheden en loongelijkheid van ambtenaren, onafhankelijk van politieke voorkeur of godsdienstige overtuiging.

Armoede
De naoorlogse jaren hebben de financiële situatie van de ambtenaar behoorlijk verslechterd en er heerst armoede. In 1956 werd er gesmeekt om een toelage van vijftig gulden voor brandstof vanwege de strenge kou. Hoewel het salaris steef, stegen de prijzen sneller. Geld werd 4% minder waard. Bedrijfslonen stegen met 6%, maar dat van de ambtenaren maar met 3%. Een koopkrachttekort van 1% lijkt niet veel, maar was genoeg om sommigen in armoede te doen storten. Natuurlijk liet de vakbond het er niet bij zitten en kwam in actie. Met succes, al bleven de lonen wel achterlopen op het bedrijfsleven.

Reorganisaties
En de jaren ’70, ’80 en ’90? Die staan in het teken van reorganisaties en de angst voor automatisering. Deze onzekere tijden zorgden ervoor dat meer mensen zich weer aansloten bij een vakbond.

Nederland in crisis
Na de aanslagen van 11 september 2001 was het al enigszins voelbaar dat er een recessie zou komen. In 2000 en 2001 knapt de internet-zeepbubbel. De werkloosheid loopt op. De rijkswerkgever kondigt in het najaar van 2004 aan dat ‘(…) de algemene sociaal-economische situatie ertoe noopt t.a.v. de inkomensontwikkeling de nullijn te hanteren voor 2004 en 2005’. Daarnaast zullen de bezuinigingstaakstelling op de departementen leiden tot een forse reductie van de werkgelegenheid. Kortom: met minder mensen moet hetzelfde werk verricht worden door efficiënter te gaan werken. Het ontbreekt hier volledig aan een onderbouwde visie hoe en in welke mate efficiënter gewerkt kan worden. De NCF heeft geen vertrouwen in deze dubbele doelstelling van een kwalitatief goed overheidsapparaat gepaard gaande met grote bezuinigingen.

Nullijn
In een paar jaar tijd groeit er een nieuwe zeepbel: de hypotheekbubbel. Vervolgens gaat de hypoteekcrisis naadloos over in een kredietcrisis, een financiële crisis, een bankencrisis.
"Onze economie kan een stootje hebben". Met die woorden probeert minister Bos van Financiën in januari 2008 de groeiende onrust te sussen. Maar het gaat bergafwaarts. De roep om maatregelen groeit en het kabinet timmert driftig aan een crisisplan. Ambtenaren worden 4 jaar lang op een nullijn gezet. Pas in 2015 is er weer geld voor loonsverhogingen.

Representativiteit
Terwijl de ledenaantallen bij de grote vakcentrales dalen, blijven de ledenaantallen bij de NCF stabiel. De meerwaarde van een categoriale bond met korte lijnen naar de achterban, toont zich. Wel komt steeds meer het vraagstuk van representativiteit naar boven: is het ledenbestand een goede afspiegeling van alle werkzame belastingdienstambtenaren?
Ook de politiek mort. Een aantal politieke partijen plaatst regelmatig vraagtekens bij de representativiteit van de vakbonden. Tegenover dit alles staat wel dat onderzoeken van het Sociaal en Cultureel Planbureau telkens laten zien dat het vertrouwen van de burgers in de vakbonden groot is.

Hoe ziet de toekomst eruit?
De belastingdienstambtenaren gaan in 2020 onder het civiele recht vallen. Hun ambtelijke rechtspositie komt te vervallen, zo volgt uit de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren. Ook voor de overheidsvakbonden brengt deze wet veranderingen met zich mee. Er geldt bij het arbeidsvoorwaardenoverleg met de werkgever straks geen meerderheidsvereiste (ook met slechts één vakbond kan de werkgever afspraken maken). Daarnaast kunnen ook nieuwe vakbonden aan de overlegtafel aanschuiven. Wat gaat dat betekenen voor de NCF? Een goed moment dus om als NCF te kijken naar haar positionering en de blik op de toekomst te richten.

Robotisering
En hoe ziet de Belastingdienst anno 2035 eruit? De technologische ontwikkelingen gaan snel. Zullen er robots op de werkvloer burgers ontvangen? Wat doet kunstmatige intelligentie? Hoe zorgen we dat iedereen kan meeprofiteren van de technologische veranderingen en de welvaartsgroei?

Wispelturige politiek
En wat gaat de politiek doen? Gaat ze tornen aan het stelsel van de Wet op de cao of van de Wet op de algemeen verbindendverklaring vanwege het feit dat vakbonden onvoldoende representatief zijn? En komt er dan, net zoals nu in Duitsland, een groeiende tweedeling op de arbeidsmarkt? En geldt welvaartsgroei voor iedereen dan niet meer? De NCF wil hier in elk geval niet naar toe. De NCF wil een samenleving die niet gaat over ‘ik’ maar over ‘wij’. Solidariteit, gelijkheid en rechtvaardigheid: oude woorden die ook anno 2035 moeten blijven gelden.